"Na bijna vierhonderd jaar nog steeds trouw op zijn plek!"
Toen in 1625 enkele rijke heren uit Alkmaar besloten de Heerhugowaard van meer tot polder te maken, wisten ze nog niet wat voor conflicten ze zich op de hals haalden en dat het ze weinig zou opleveren. Het heeft er nog even op geleken dat van hun polder vijftig jaar later weer viswater werd gemaakt.
Vandaag de dag wonen er meer dan vijftigduizend mensen, waaronder enkele duizenden in de Stad van de Zon, de grootste emissie neutrale wijk van Nederland.
De enige overgebleven stoere werkers die dat allemaal mogelijk hebben gemaakt en nog steeds trouw op hun plek staan, zijn de strijkmolens.
Toen in 1612 de Beemster was drooggelegd en een financieel succes leek te gaan worden, waren er steeds meer mensen in en rond Alkmaar die geïnteresseerd raakten in het droogleggen van de Heerhugowaard. Zo rond 1625, toen er echt schot in de zaak leek te gaan komen, kwamen er van de kant van de bestuurders van het Geestmerambacht protesten.
In die tijd waren er twee boezempeilen. De boezem is het water wat uit de polder gemalen is en wat daarna geloosd wordt in zee. Het peil van de Schermerboezem was iets hoger dan dat van de Raaksmaatsboezem. De grootte van de waterbergingscapaciteit van de Raaksmaatsboezem werd stukken kleiner door het inpolderen van de Heerhugowaard. Daardoor zou het peil onaanvaardbaar veel hoger komen te liggen. Als oplossing van het conflict werd aangedragen dat er meerdere molens gebouwd zouden worden om het water van de Raaksmaatsboezem naar de Schermerboezem te pompen. De zogenaamde 'strijkmolens'.
Toen
Tijdslijn
Octrooi
Op 11 maart 1625 werd door de Staten van Holland de Alkmaarse regenten aan Floris van Teylingen en Nanning van Foreest octrooi verleend om het meer de Waard, ook de Zuiderwaert genoemd, droog te malen.
1625
Bouw twee molens 'benoorden Alkmaar"
Er werden twee molens ten noorden van Alkmaar gebouwd, samen met de vier molens bij Rustenburg, om het overtollige water van de Raaksmaatboezem in de Schermerboezem te malen.
Dit moest, omdat het meer de (Heerhugo) Waard wat altijd als berging voor water had gediend, droog gemalen werd.
De kosten voor het oprichten van de strijkmolens waren dan ook voor de polderheren van de Heerhugowaard.
1627
Bouw overige vier molens
Nadat in 1629 de polder Heerhugowaard was drooggevallen, werden in 1630 de overige strijkmolens aan de Hoornse Vaart neergezet.
1630
Verlies zesde Strijkmolen
Op 27 augustus 1688 waren enkele kwajongens uit de buurt met een roer (een kleine musket) aan het spelen in de buurt van de molens. Even nadat de vrouw van de molenaar een schot hoorde, kwam er rook uit het rietdek van de zesde strijkmolen, en liepen drie jongens hard weg na hun roer in het water te hebben gegooid. De molen kon niet meer geblust worden en brandde volledig af.
Dit leidde tot een 40-jarig conflict met het Geestmerambacht over de herbouw, waarbij het polderbestuur van de Heerhugowaard telkens weer beloofde de boezem ook met 13 strijkmolens (waaronder 11 eigen) op peil te kunnen houden. Pas in 1728 werd er overeenstemming bereikt over nieuwe instructies voor de strijkmolenaars, zowel die van de Heerhugowaard als van het Geestmerambacht.
1688
Bovenwiel
In 1718 is naar alle waarschijnlijkheid het bovenwiel vervangen, want dat jaartal is erin gebeiteld.
1718
Vervijzeld
Toen ze aan het begin van de 19e eeuw besloten om Strijkmolen D te vervijzelen, het scheprad wat er vanaf het begin inzat te vervangen door de nieuwere uitvinding de vijzel, kwam er eerst een horizontale vijzel in. Wat dat precies is, daar zijn de molengeleerden het nog niet over eens. Heel succesvol kan het niet geweest zijn, want in 1844 vervangen ze deze door een hellende vijzel.
De foto hiernaast is genomen tijdens de resauratie in 2000. Toen was de houten vijzel, die in de oude waterloop onder de keukenvloer ligt, al in slechte staat.
1818
Het boventafelement
In het boventafelement is het jaar 1859 ingehakt. Je mag aannemen dat toen (een deel van) het boventafelement is vervangen.
1859
IJzeren as
In 1869 is de ijzeren bovenas gegoten in de ijzergieterij "De Prins van Oranje" te 's Gravenhage. Dit ter vervanging van de houten as. Een houten as ging maar zo'n tien jaar mee, dus dit was een grote stap voorwaarts.
Deze as met nummer 601 doet nog steeds trouw zijn dienst.
1869
Stilstand
Door het Westfriese kanalenplan, werden beide boezems die door de molens als het ware afgestreken werden, gelijkgelegen, waardoor de molens hun functie verloren.
Ze zijn blijven staan omdat in die tijden van woningschaarste hun functie als woning een belangrijke was.
Strijkmolen A stond echter in de weg en werd in 1941 gesloopt. Het plan was hem weer op te bouwen in het Openluchtmuseum, maar een Engelse bom in de tweede Wereldoorlog verhinderde dit.
1941
Nieuwe roeden
De firma Bremer uit Adorp heeft in 1965 twee nieuwe roeden geleverd.
De lengte was 23,80 meter. Deze roeden bleken bij de restauratie van 1997 iets te kort te zijn. Als de molenaar de wiek in moest klimmen, was de afstand tussen het maaiveld en de eerste heklat te groot. Waarom dit zo was, is onbekend.
1965
1976
1987
1997
1999
2000
2001
2002
2016
2000
2023
2023