"Als we alles van te voren hadden geweten..."
Als in 1993 Tom zijn Vrijwillig Molenaar’s diploma haalt, laat hij al gauw zijn oog vallen op de vier strijkmolens aan de Hoornse Vaart waar we op dat moment vlak bij wonen. Alhoewel ze alle vier bewoond zijn, zijn enkele bewoners al op leeftijd en “wie niet waagt, die niet wint.”
In 1994 verlaat de bewoner van molen C zijn huis. Tom solliciteert datzelfde jaar bij de eigenaar van de molens, de provincie Noord-Holland, om daar molenaar-bewoner te worden. De provincie wil echter eerst restaureren en dan pas een bewoner benoemen.
Op 1 februari 1995 worden feestelijk de roeden van molen C gestreken en lijkt de restauratie begonen. Later dat jaar komt het bericht dat de provincie de molens wil afstoten, nadat ze gerestaureerd zijn. Ondertussen gebeurt er niet veel met molen C. De roeden lagen nog steeds in het lange gras bij de molen. Het schuurtje bij de molen wordt rond die tijd gekraakt, waarna het wordt omgehaald om erger te voorkomen.
Het duurt tot augustus 1996 voor het gevlucht weer op de molen zit.
Rond die tijd verlaten de bewoners van molen D hun huis en staan er inmiddels twee molens leeg. Tom doet wederom een poging bij de provincie om molenaar-bewoner te worden, maar nu van molen D. Omdat in tegenstelling tot molen C hier nog een keurige woning in zit, lijkt vlot verhuizen geen enkel probleem. De verantwoordelijke ambtenaar wil echter eerst restaureren en dan pas iemand benoemen.
Na verschillende reorganisaties bij de provincie is na bijna een jaar met molen D nog steeds niets gebeurd. Het wordt mei 1997 als het gevlucht van molen D wordt aangepakt. De roeden worden verlengd en een nieuw hekwerk aangebracht.
Er onstaat een impasse in de restauratie van de D doordat de gemeente Alkmaar geen bouwvergunning afgeeft zolang er geen duidelijk plan is, en er geen molenaar benoemd wordt. Uiteindelijk gaat de provincie overstag en wordt Tom aangesteld als molenaar op molen D. Eindelijk iets concreets!
Tot ieders verbazing wordt begin 1998 besloten om de vier strijkmolens aan de Molenkade ongerestaureerd over te doen aan de Molenstichting Alkmaar en omstreken. Dan begint het grote onderhandelen; vooral over de hoogte van de ‘bruidsschat’. De provincie is niet bereid al te veel mee te geven. De Molenstichting daarentegen ziet niet hoe ze, voor het geld wat de provincie biedt, de molens in goede staat kan terug brengen.
Op 31 mei 1997 draait molen D voor het eerst in jaren. Pogingen ook molen C te laten draaien, strandden door de vele bomen die inmiddels tot grote hoogte en dicht bij de molen zijn uitgegroeid.
Waar velen voor vreesden, gebeurt in maart 1999. Molen C, die dus al vijf jaar leegstaat, wordt door vandalen in brand gestoken. Iedereen ziet dan eindelijk in dat er snel iets moet gebeuren. Allereerst wordt er haastig een anti-brandsticht-wacht in molen D, die drie jaar leeg staat, geplaatst. Wat jammer genoeg voor Tom als molenaar heel onhandig blijkt. De tijdelijke bewoner houdt geen rekening met het feit dat hij in een monument woont en maakt van de molen en vooral van de tuin een enorme puinhoop. Aangezien hij ’s avonds werkt en dus overdag vaak slaapt, komt er van draaien met de molen door Tom ook weinig. Wel is de restauratie van molen C iets vereenvoudigd, doordat er verzekeringsgeld vrijkomt. Toch duurt het nog een jaar voordat het echt tot een overeenkomst komt tussen de Provincie Noord-Holland en de Molenstichting Alkmaar en omstreken.
Alkmaarsche Courant 9 maart 1999
Alkmaarsche Courant 2 mei 1998