"Steeds minder kort gemaaid gras."
Eén van de grote bedreigingen voor de bij zijn gebrek aan voedsel en (voor de wilde bij) gebrek aan nestgelegenheid. Dit is een direct gevolg van de intensieve grootschalige landbouw, de verstedelijking en het strakker en efficiënter beheer van het openbare groen. Bijen worden niet blij van gazons, tuinen met voornamelijk tegels of bermen zonder bloemen. Ook de vele weilanden die zorgen voor eiwitrijk hooi voor op stal staande koeien zijn als het ware een woestijn voor bijen.
Omdat je, als je de wereld wilt veranderen, altijd bij jezelf moet beginnen, keken we naar ons molenerf.
Het grootste gedeelte bestond altijd uit kort gemaaid gras. Tom was er, vooral in het voorjaar en de zomer een aantal uren per week druk mee om het te maaien.
Een paar jaar geleden namen we, met mede het idee van tijdwinst in het achterhoofd, de beslissing om het gras in de boomgaard niet meer kort te houden. We lazen dat, als je het (lange) gras één of twee keer per jaar maait en weghaalt, de grond verarmt en dat daardoor de plantdiversiviteit toeneemt. Nog een voordeel dus! De wuivende grassen zijn dus nu al een paar jaar een welkome aanwinst in de boomgaard.
Toen de bijenkasten op het erf kwamen, was dat de reden om nog eens kritisch rond te kijken en besloten we ook het grootste gedeelte van het overgebleven korte gras lang te laten groeien en één keer per jaar te maaien.
Als we in augustus het lange gras gaan maaien is dat een hele klus. Meestal vragen we vrienden en familie ons te komen helpen. Het maaien gebeurt grotendeels met bosmaaiers, maar enkele fanatiekelingen gebruiken de ouderwetse zeis. Dat gaat veel minder snel. Tot hun grote frustratie. Het schijnt een kwestie van ervaring te zijn.
Al het gedroogde gras weg krijgen kost nog de meeste tijd. Alles gaat op de houtril achter de elzen.