STRIJKMOLEN D

Hommels


"Hommels worden beschouwd als langharige bijen, die door hun dichte beharing beter zijn aangepast aan het leven in relatief koelere klimaten."








Hommels zijn een geslacht van insecten die behoren tot de familie van bijen en hommels. Er zijn wereldwijd ongeveer 250 soorten. De meeste hommels komen voor in gematigde klimaten. In België en Nederland komen ongeveer dertig verschillende soorten voor, waarvan enkele zeldzaam zijn.

De meeste hommels zijn sociale insecten die in kolonies leven met een enkele koningin. Deze kolonies zijn vele malen kleiner dan die van honingbijen en bereiken een grootte van vijftig tot enkele honderden individuen per nest. Hommels hebben een rond lichaam dat bedekt is met een zachte vacht van haartjes,wat hen een donzig uiterlijk geeft. Om natuurlijke vijanden af te schrikken (insectenetende vogels en zoogdieren) hebben ze een felle lichaamskleur bestaande uit afwisselende kleurenbanden.

Net als honingbijen voeden hommels zich met nectar; ze gebruiken hun lange, uitrolbare tongen om de nectar uit de bloem op te zuigen. De nectar wordt verzameld en opgeslagen in het nest. Sommige hommelsoorten maken een gat rond de basis van een bloem om zo gemakkelijker toegang te krijgen tot de nectar, waarbij pollen-overdracht wordt vermeden.

     Honingbijen zijn in staat om hun soortgenoten kenbaar te maken waar veel rijpe bloemen bloeien, hommels kennen deze vorm van communicatie niet. Daarom worden regelmatig hommels ingezet bij de bestuiving van planten in kassen. De hommel weet niet zo snel als de honingbij weer de kas te verlaten, zodat het bestuiven efficiënter verloopt.


Ook hommels nemen in Europa, Noord-Amerika en Azië in aantal sterk af. Deze achteruitgang wordt onder andere veroorzaakt door het kleiner worden van hun woongebieden, mechanisering van de landbouw en overmatig gebruik van pesticiden.

Steenhommel op bieslookbloem.

Akkerhommel op kaardebol


Boomhommel op vlinderstruik

Weidehommel op monarda

Aardhommel op bloeiende braam