STRIJKMOLEN D

Het beleg van Alkmaar

"Bij Alkmaar begon de victorie!"



In 1568 begon de Tachtigjarige Oorlog. In deze oorlog kwamen de Nederlanders onder leiding van Willem van Oranje in opstand tegen de Spaanse koning Filips de Tweede. Toen in 1573 de stad Alkmaar omsingeld werd door Spaanse troepen (die onder andere hun legerkamp hadden opgeslagen bij Oudorp in de Oudorperpolder) liet de prins de dijken rond Alkmaar doorsteken. Hierdoor liep het land onder water en kwamen de Spanjaarden vast te zitten in de modder. Ze moesten zich nu wel terugtrekken.

Alkmaar was de eerste Nederlandse stad die het machtige Spaanse leger met succes wist  te weerstaan. Het is een keerpunt in de Tachtigjarige Oorlog.


Het Beleg van Alkmaar was de belegering van de stad Alkmaar tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de Spanjaarden. Het beleg duurde van 21 augustus tot 8 oktober 1573 en eindigde in een ontzet: het koninklijke Spaanse leger moest het beleg opgeven.

Met de Spanjaarden in aantocht moest Alkmaar zich snel bewapenen en bevoorraden. Er werd veel voedsel ingeslagen, maar van militaire kennis was Alkmaar echter niet erg goed voorzien. Het geuzenleger, een leger van 800 geuzen onder leiding van onder andere Jacob Cabeliau bood hiervoor een oplossing. De geuzen werden toegelaten, mits zij zich konden gedragen., want Alkmaar had slechte ervaringen met het inkwartieren van soldaten. In overleg met de geuzen begonnen de Alkmaarders bolwerken in te richten en de stad te versterken.


Op 21 augustus werden Spaanse vlaggen vanuit de stad gezien en de Spanjaarden begonnen met het veroveren van bolwerken en strategische punten rondom de stad. De Alkmaarders verzetten zich moedig, maar konden niet voorkomen dat de stad uiteindelijk omsingeld werd. Alkmaar lag in een bijzonder waterrijk gebied, de binnenmeren als Schermer, Beemster en dergelijke waren immers nog niet ingepolderd. Maar de Spanjaarden konden, in tegenstelling tot Haarlem, Alkmaar geheel omsingelen. De aanval kon vanuit elk punt komen.


Cabeliau die zag dat het voor Alkmaar erg moeilijk zou worden, schreef een brief om goedkeuring te krijgen voor het openzetten van sluizen. De stijging van het waterpeil zou het de Spanjaarden zeer moeilijk maken. Stadstimmerman Van der Meij  smokkelde de brief door de Spaanse linies naar buiten. Volgens de overlevering had hij deze brieven verstopt in een polsstok. De berichten uit het belegerde Alkmaar leverde hij af bij Diederik Sonoy, de stadhouder van de prins in het Noorderkwartier en later bij Willem van Oranje in Delft.


Die goedkeuring kwam en vervolgens werden er sluizen opengezet, dijken doorgebroken en zo veel land onder water gezet.

Vanwege de tijd van het jaar waren er stormen te verwachten die het water hoger zouden opstuwen en bovendien zou al het land, als het maar lang genoeg bleef regenen, onder water komen te staan. Vanwege deze informatie, die weinig goeds beloofde, besloten de Spanjaarden het beleg te beëindigen.

Het beleg van Alkmaar in 1573 door de Spanjaarden.

Onbekend / Collectie Regionaal Archief Alkmaar / PR 1004104_2. (Gravure)


Weergegeven is de stad Alkmaar tijdens het beleg door de spanjaarden in 1573. Het schilderij toont de stad en haar omgeving in vogelvlucht. Op de voorgrond zie je Oudorp waar het hoofdkwartier van Don Frederik, de bevelhebber van de Spaanse troepen, was gevestigd. Ten behoeve van de compositie van het schilderij, heeft de schilder het dorp als het ware 'omgeklapt'. Als hij de ligging waarheidsgetrouw had weergegeven, zou Oudorp buiten de lijst terecht zijn gekomen.

De onbekende schilder heeft zich ingespannen om een beeld van het dagelijks leven te geven. In het kamp wordt gegeten en geluierd. Een priester verlaat in het gezelschap van twee monniken en een koorknaap de kerk om de troepen te gaan zegenen. Bij de huisjes op de voorgrond staat een vrijend paar. Links wordt een koe gemolken en rechts brood gebakken; varkens steken hun kop uit het kot en worden gevoerd.

Rechts is een ruïne te zien. Waarschijnlijk is dit het overblijfsel van de dwangburcht de Middelburg. Op de achtergrond de duinstreek, die rechts begint met het kasteel in Egmond aan de Hoef en links eindigt met de contouren van de Sint Bavo te Haarlem. Eveneens afgebeeld is de Abdij van Egmond die voor het beleg al verwoest was.

Binnen de muren van de stad zijn onder meer de Kapel-kerk, het Heilige Geest Gasthuis (nu het Waaggebouw), het Stadhuis en de Grote of Sint Laurenskerk te onderscheiden.

Het paneel werd besteld door de Oude Schutterij. De opdracht zou zijn verleend in 1598. De datering op de lijst die bij de restauratie van 1968 weer te voorschijn kwam lijkt er op te wijzen dat het paneel in 1603 is voltooid.