"Een boom op het molenerf mag natuurlijk nooit hoog zijn."
Toen we in de molen trokken was er al sinds mensenheugenis een windkering. Deze ouderwetse maniet om de fruitbomen op het erf te beschermen tegen de allerergste wind, bestond uit voornamelijk elzen. De gewoonte was om deze haag elk jaar te knotten. De bomen krijgen hierdoor prachtige, kronkelende vormen.
Verder staan er fruitbomen in de boomgaard. Dit zijn zoveel mogelijk laagstam-variƫteiten.Ook deze bomen worden natuurlijk elk jaar gesnoeid.
De struiken staan voornamelijk in de moestuin, maar ook in de zogenaamde Zeeuwse Haag, die de moestuin van de boomgaard scheidt.