STRIJKMOLEN D




Wieken

Vangen

Molentaal

Zeilvoering

"Draait 'ie op een motortje?"



De twee roeden vormen de basis van het wiekenkruis. De heklatten die in de roeden gestoken zijn vormen de wieken. Dat zijn dus twee wieken per roed. Vaak kan de molen draaien zonder zeil.

Bij weinig wind moet je 'alle zeilen bijzetten', dus op elke wiek een vol zeil. Gaat het harder waaien, dan kun je bijvoorbeeld twee zeilen oprollen. Een andere mogelijkheid is om elk zeil gedeeltelijk op te rollen. Lange halve, korte halve, duiker, allerlei variaties zijn bedacht.

Bij veel wind rol je al het zeil op. Dit heet zwichten; je zwicht voor de wind.

Gaat het stormen dan kunnen ook nog de houten windborden eruit. Eerst van elke wiek één, in het uiterste geval allemaal. Ook met harde wind kun je best nog even doordraaien.

Maar soms is het ook hoog tijd om de molen stil te zetten.

invoeren